Je moet ervan houden. Ansjovis. En dat bedoel ik niet op de lafhartige ‘ieder z’n smaak, voor elk wat wils’ manier. Nee, moeten, verplicht, houden van, punt. Die kleine bommetjes heerlijke zoutigheid in je salade Niçoise (binnenkort op dit blog), in de pan bagnat, op je pizza Napolitana of op de pissaladière, hoe kun daar nou van buiten?

Maar ik weet het wel, haters gonna hate en dat soort dingen meer. Totdat je je ansjovis eens niet uit een blikje haalt en ansjovis eet die niet gezouten is. Voor dit recept gebruik ik namelijk gemarineerde ansjovisjes. Die lijken qua smaak op zure haring, niet zo gek, want ze worden in azijn gelegd. Heel wat anders. Zien er ook een stuk beter uit, mooie zilverkleurige filetjes. Je kunt ze onder meer vinden bij de Marokkaanse delicatessen op de markt of in de koeling van een mediterrane winkel.

voor 12 tapas

wit stokbrood

olijfolie

2 lente-uitjes

12 gemarineerde ansjovisfilets

1 limoen

2 rijpe avocado’s

Snij het stokbrood in sneetjes, niet te dik. Smeer aan beide kanten in met olijfolie en grill in een hete grillpan of contactgrill, zodat je mooie streepjes krijgt. Schil de avocado. Pak hiervoor een dunschiller om dunne plakjes van de avocado te halen. Houd hiervoor de avocado vast en haal de plakjes van de onderkant, zodat ze van de avocado afvallen. Als je aan de bovenkant snijdt blijven de plakjes op de avocado liggen en plakken en dan krijg je ze niet meer heel los. Rol de plakjes op en leg op het broodje. Knijp er wat limoensap over. Trek wat sliertjes van de lente-ui met een juliennesnijder en leg twee sliertjes op de avocado (niet zichtbaar op bovenste foto). Leg tenslotte een ansjovisje erop.