De cha siu bao is een van oorsprong Chinees broodje gevuld met geroosterd varkensvlees. Cha siu (ook wel char siu) betekent geroosterd varkensvlees en bao is een broodje. Bao is er in twee verschillende soorten, de gestoomde variant en de gebakken variant. De gestoomde versie kennen wij natuurlijk vooral als de bapao. Dit is de gebakken versie, ook wel eens lekker. Om het nog makkelijker te maken gebruiken we geen geroosterd varkensvlees (tenzij je leftovers voorhanden hebt, dan vooral doen!), maar bacon in BBQ-smaken. Verder cheaten zou kunnen door gebruik te maken van een broodmix en daar suiker aan toevoegen. Maar hoe moeilijk is het om wat gist en zout af te wegen? Dat dacht ik.

Cha siu boa is heerlijk als onderdeel van een dim sum maaltijd. Maar als je een wat breder Aziatisch thema hanteert, zijn ze ook goed te combineren met deze Thaise loempia’s of Vietnamese summer rolls.

Voor het deeg

250 g bloem

half zakje (3,5 g) gist

5 g zout

40 g suiker

175 ml warm water

Voor de vulling

100 g bakbacon

chillivlokken

stukje gember, geraspt

1 teen knoflook, fijngesneden

1/2 tl five spice kruiden (verkrijgbaar bij de toko)

1 el sojasaus (kikkoman)

1 1/2 el honing

1 el tomatenpuree

1 ei

Doe de bloem in een mengkom en voeg aan de ene kant zout en aan de andere kant het gist toe (meng die twee niet direct met elkaar, dat doodt het gist). Voeg dan de suiker toe en meng het geheel. Roer met een houten lepel het warme water door het deeg. Kneed het deeg een minuut of vijf door op een met bloem besprenkeld werkblad. Doe het deeg weer in de kom en dek af met plasticfolie of een vochtige theedoek. Laat een uur rijzen op een niet te koele plek.

Ondertussen is er tijd om de vulling te maken. Snij de bacon in reepjes en bak krokant met draaien van het molentje chillivlokken. Voeg de gember, knoflook en five spice toe en bak nog een minuutje door. Doe vervolgens ook de sojasaus, honing en tomatenpuree in de pan en bak kort nog even door, tot je een dik mengsel hebt. Laat afkoelen. Verwarm de oven voor op 200º C.

Na een uur is het deeg ongeveer verdubbeld in volume. Verdeel het deeg in 6 of 9 balletjes, afhankelijk van hoe groot je de broodjes wil. Pak een balletje, plet het een beetje en doe een lepeltje vulling in het midden. Vouw het deeg eromheen en rol weer tot een balletje. Leg op een bakplaat bekleed met bakpapier. Herhaal dit met de andere balletjes deeg en leg er een vochtige theedoek of ingevet plasticfolie over. Laat nog 20 minuutjes rijzen. Bestrijk met losgeklopt ei en zet in de voorverwarmde oven en bak 20 minuten, tot de broodjes goudbruin zijn.

Deze broodjes zijn het lekkerst als ze nog warm zijn. Een dag later even oppiepen in de magnetron kan prima, zo blijkt momenteel.